Studio-instellingen
In de studio-instellingen vindt u alle beschikbare parameters voor het wijzigen van bepaalde functies van de studio.
1.3.1 Buffergrootte
Afhankelijk van wat u wilt doen, moet u mogelijk de buffergrootte wijzigen. Een kleinere buffergrootte vermindert de latentie bij het monitoren van audio-invoer of het bespelen van virtuele instrumenten met een toetsenbord.
Een kleinere buffergrootte betekent echter ook dat uw processor minder tijd heeft om het geluid te verwerken, wat, afhankelijk van de grootte van het project, hoorbaar geknetter kan veroorzaken tijdens het afspelen. Als u gekraak hoort of afspeelproblemen ondervindt, is het raadzaam de buffergrootte te vergroten, zodat uw processor meer tijd heeft om het geluid te verwerken en u grotere projecten kunt maken.
1.3.2 Metronoomvolume
Versleep de volumeschuifregelaar om het metronoomvolume te wijzigen.
1.3.3 Compensatie van apparaatvertraging
De studio compenseert automatisch de latentie bij het opnemen van geluid om ervoor te zorgen dat wat je hebt opgenomen correct wordt geplaatst. U hoeft deze instellingen niet te wijzigen, tenzij u een onjuiste plaatsing van het opgenomen geluid ervaart.
1.3.4 Compensatie van latentie bij opname
De schuifregelaar verandert automatisch zijn waarde wanneer de buffergrootte wordt gewijzigd om rekening te houden met latentieveranderingen.
1.3.5 Kalibreren
Plaats een microfoon naast een van de luidsprekers (met de microfoon ingeschakeld), druk op “Calibrate” en vervolgens op “OK”. Dit kan de latentiecompensatie op uw computer verbeteren. Mogelijk moet u dit opnieuw doen als u de buffergrootte wijzigt en denkt dat de compensatie niet meer zo nauwkeurig is.