Diatonische modi voor beginners
“Diatonische modi”, ook bekend als “Grieks” of “natuurlijk”, zijn modi die zijn gebouwd op de standaard majeurtoonladder, waarbij elk van de noten (graden) van de toonladder als tonica kan dienen. Elk van deze zeven diatonische modi heeft zijn eigen unieke naam: Ionisch, Dorisch, Frygisch, Lydisch, Mixolydisch, Eolisch, Locrisch.
De majeurtoonladder zelf, die de Ionische modus vertegenwoordigt, heeft zijn eigen karakteristieke klank dankzij een bepaalde reeks intervallen: toon-toon-halve toon-toon-toon-halve toon (TTSTTTS). Door deze volgorde te variëren, kun je de resterende zes modi creëren, die elk een uniek geluid en sfeer hebben.
Als we een van de zeven graden van de C-majeur-toonladder als tonica nemen, krijgen we de volgende diatonische toonladders:
Ionische modus
De Ionische modus beslaat de eerste tot en met de laatste noot van de majeurtoonladder en begint in dit voorbeeld met de noot C. De toon heeft een helder en feestelijk geluid, waardoor hij ideaal is voor het creëren van vrolijke composities en luchtige melodieën.
Dorische modus
De Dorian-modus is gebaseerd op de tweede noot van de majeur toonladder. In het geval van de C-majeur-toonladder begint en eindigt deze toonladder op de noot D. De mineur-toonsoort blijft levendig en wordt het vaakst aangetroffen in genres als blues, jazz en rock.
Frygische modus
De Frygische toonsoort vindt zijn oorsprong in de derde graad van de majeurtoonladder, in dit geval de noot E. Deze toonsoort heeft een exotische klank met duidelijk tot uiting gebrachte Spaanse motieven. Het is vooral populair in heavy metal en andere stijlen van rockmuziek.
Lydische modus
De Lydische modus wordt gevormd vanaf de vierde graad van de majeurtoonladder, in deze context is het de noot Fa. Deze toonladder wordt veel gebruikt in genres als jazz en instrumentale rock, en is de keuze van beroemde muzikanten als Steve Vai en Joe Satriani.
Mixolydische modus
De Mixolydische modus begint vanaf de vijfde graad van de majeurtoonladder, wat in dit voorbeeld overeenkomt met de noot Sol. Deze schaal is vooral populair in genres als country en rock.
Eolische modus
De Eolische modus begint met de noot A, de zesde noot in de majeur toonladder. Deze modus wordt ook wel natuurlijke mineur genoemd. Veel composities in de vroege hardrock- en metalgenres zijn gebaseerd op het gebruik van de Eolische modus.
Locrische modus
De Locrische modus begint vanaf de zevende graad van de majeurtoonladder, die in dit geval overeenkomt met de noot B. Deze modus is noch majeur, noch mineur, en wordt over het algemeen als conventioneel diatonisch beschouwd vanwege de verminderde drieklank aan de basis. Hoewel het een van de minst voorkomende modi is, wordt het soms gebruikt in heavy metal en fusionmuziek.